-
In 1940 in Zuid-Frankrijk zijn grotschilderingen gevonden. Op de tekeningen is goed te zien hoe de mensen in Europa ( cro-magnonmensen) leefden in die tijd. Ook hebben de mensen van die tijd sporen achtergelaten die nu grootte belangrijke bronnen zijn.
-
In het Midden-Oosten verzamelden jagers en verzamelaars graan uit het wild tot ze uitvonden dat ze ook zelf graan en ander eten konden verbouwen. Dit leiden na een tijd ook tot de akkerbouw.
-
Mensen begonnen voor 11.000 v.C al met het houden van honden als huisdier. De hond was goed bruikbaar bij de jacht en is het oudste huisdier. Vanaf de landbouwtevolutie gingen mensen in het Midden- Oosten ook schapen,geiten en varkens fokken, om meer wol te krijgen bijvoorbeeld. In de loop van de tijd gingen de tamme dieren steeds meer verschillen van hun wilden soort en konden de dieren ook gebruikt worden voor de lol.
-
De jagers en verzamelaard kwamen erachter dat ze zelf eten konden verbouwen. Ze maakten de eerst akkerbouwgewassen dit gebeurde in het gebied dat de halvemaan genoemd word . Dit heet domesticatie.
-
Na de ijstijd kwamen er weer mensen in Nerdeland wonen. De jagers en verzamelaars leefde van de jacht dus als het eten op was pakte ze hun spullen en trokken ze door het land op zoek naar een anderen leef plek. Hun middel van bestaan was dus jagen, vissen en eten verzamelen. Daarbij waren de rollen in man en vrouw goed verdeeld: de mannen gingen jagen en de vrouwen deden de oogst en zorgden voor de kinderen.
-
Aan het einden van de ijstijd steeg te tempratuur, dat had tot gevolg dat de planten en dierenwereld veranderden. In Nederland kwam eerst een landschap van mos, gras en lage struiken. De tempratuur bleef stijgen en er kwam steeds meer bos, gras, bergen en kleinen landschappen. Na een tijdje kwamen er mensen en onstond er landbouw.
-
De landbouw was al een tijd aan de gang toen de boeren in Nederland kwamen. De eerste boeren stichten hun dorpen in Nederland op de vruchtbare grond in Zuid Limburg, daar konden ze dus gemakkelijk eten verbouwen. De landbouw verspreide zich niet zo heel snel over Nederland, pas na 2000 jaar was er in heel Nederland landbouw.
-
De mensen begonnen met het fokken van de dieren. Zo hadden ze altijd vlees. Ze fokte onder andere varkens en schapen.
Schapen hielden ze ook voor het wol met dat wol konden ze dan spinnen. -
Doorat de landbouw groeiden was er een landbouwoverschot. Daardoor konden mensen aan anderen dingen denken dan eten, ook konden ze aan ambacht beginnen zo werden er bijv potten gebakken en kleren gemaakt. Sommige mensen hadden dus anderen banen dus hadden bijv geen potten en zo kwam er dus ruilhandel.
-
Rond 5000 v.C ontstond de landbouwsamenleving in Frankrijk, later groeiden dit door naar anderen landen. Boeren gingen voedsel verbouwen. In 3500 v.C was er bij de oversteekplaats van Pèrigueux een dorp. Hier waren allemaal huizen gebouwd can boomstammen, riet en klei. Boeren hadden ook hun eigen akker gemaakt in een stuk gekapt bos.
-
Het woord hunen is een oud woord voor reus, omdat de mensen dachten dat het gemaakt was door reuzen. De hunenbedden werden gebruikt als grafkamers de doden werden hier ingelegd en kregen potten met bijv eten en drinken erin om mee te nemen voor het leven na de dood. Oorspronkelijk waren de hunenbedden bedekt met zand waardoor ze leken op heuvels.
-
Het hiërogliefenschrift is al heel erg oud en had een grote impact op het leven in Egypte. Het hiërogliefenschrift is net als het alfabet eigenlijk het verschil is dat hun gebruik maken van kleinen tekeningen. Het schrift was wel moeilijk dus werd later het hiëratischeschrift uitgevonden. Dit schrift gebruikten ze bij de administratie van het paleis en het bijhouden van wetten.
-
Egypte had een bloeiende economie waardoor de welvaart steeds groter werd. Het gevolg hiervan was dat de bevolking toe nam. Daardoor groeide sommige dorpen uit tot steden.
-
Koning Narmer veroverden in de omstreken 3000 v.C Egypte zowel boven als onder, Waardoor Egypte één land met één koning werd. De Egyptenaren noemde hun koning Farao dit leidde ze af van het woord: '' groot huis" dat was natuurlijk het paleis van de Farao. Narmer liet op de grens van boven en beneden Egypte ook een hoofdstad bouwen genaamd: Memphis later werd dat zuidelijker in Egypte gelegd.
-
de bevolking groeiden en de welvaart nam toe. Doordat er zo veel mensen waren en er steeds meer ambacht en handel ontstond groeiden dorpen uit tot steden. De meeste mensen woonde nog op het plateland en leefde van de landbouw maar een deel van de mensen leefde al in steden.
-
De Egyptenaren geloofd dat ze eerst een reis door de onderwereld moesten maken, dit was volgens hun een gevaarlijke reis. Om de graven te doorstaan moesten ze spreuken opzeggen en aan het einden van de reis ging je naar Osiris om een test te doen of je het dodenrijk in mocht. Daar is het dodenboek dus voor geschreven.
-
in de tijd dat het hiërogliefen schrift werd uitgevonden was de prehistorie ook voorbij. De oudheid begon. Mensen stichten steden en er ontstonden steeds meer dingen waar de samenleving iets aan had.
-
De piramides zijn al eeuwen oud en zijn gemaakt met kilo's zand. De oudste piramide is die van Farao Djoser hij gaf in 2650 v.C de opdracht om een piramide te bouwen. Piramides werden gemaakt voor alleen de farao's en werd gebruikt als graf.
-
Toen Toetmozes I rond 1500 v.C aan de macht kwam begon hij met het uitbreiden van Egypte. Hij veroverde delen van Syrië en hij versloeg de Nubiërs. Na Toetmozes I heersten de farao's nog vier eeuwen lang door.
-
Toetanchamon was een jonge farao. Hij werd tot farao benoemd op zijn 9de op zijn 18de is hij op mysterieuze wijzen overleden. Zijn graf is gevonden door Howard Carter en het was helemaal compleet, wat niet vaak voorkomt want in die tijd zijn bijna alle graven van de farao's opengebroken en leeggeroofd. Er lagen maar liefst 3500 kostbare spullen in.