-
De oudst bekende nauwkeurige voorstelling van een gezicht en gedetailleerd haar. Gemaakt van mammoetivoor en gevonden in Zuid-West Frankrijk. Heel klein, ongeveer 4 centimeter groot. bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Venus_van_Brassempouy
-
-
in 1940 werden deze grotschilderingen gevonden door Marcel Ravidat. Marcel haalde er iemand bij die verstand had van dit soort beschilderde grotten. Later bleek dat de grot van Lascaux uit meerdere gangen bestond. Onderzoekers vonden wel 2500 afbeeldingen! Ze waren 17 000 jaar geleden op de rotsen geschilderd of erin gekrast. De grot van Lascaux werd werelberoemd.
-
In de ijstijd woonden er in Nederland geen mensen omdat het daarvoor te koud was. Het was een ijstijd waarin de temperatuur op aarde veel lager was dan nu. Noord-Europa was helemaal bedekt met ijs. Ten zuiden van Nederland werd het klimaat beter. Daar begonnen uitgestrekte grasvlaktes waarop grote dieren zoals mammoeten graasden.
-
Dat mensen als boeren gingen leven, gebeurde het eerst in het Midden-Oosten. Jagers-verzamelaars daar plukten graankorrels die in het wild groeiden. Maar toen ontdekten ze dat ze het graan zelf konden laten groeien. Hiermee begon rond 10 000 v.C. de akkerbouw. Boeren gingen ook vee houden, dat heette veeteelt. Langzaam leerden steeds meer mensen hun eigen voedsel te verbouwen en om vee te houden. Zo verspreidde de landbouw zich vanuit het Midden-Oosten over Azië, Europa en Noord-Afrika.
-
De eerste boeren bouwden hun dorpen op de vruchtbare grond in Zuid Limburg. Bij Elsloo zijn sporen van zo'n dorp gevonden. De huizen waren bijna allemaal op dezelfde manier gebouwd. Het dak werd gedragen door dikke eikenhouten palen. De muren waren gemaakt van planken of gevlochten takken. Later verspreidden boeren de landbouw over de rest van Nederland. In 3000 v.C. was in heel Nederland een landbouwsamenleving ontstaan.
-
In het noorden van Nederland woonden boeren die de opvallendste bouwwerken uit de Nederlandse steentijd achterlieten: de hunebedden. De hunebedden werden gebruikt als familiegraf. De doden kregen net als in Elsloo grafgiften mee, zoals potten met eten en drinken en bijlen en sieraden.
-
-
Griekenland bestaat voor een deel uit bergen die ongeschikt zijn voor landbouw. Doordat de bevolking groeide konden de boeren na een tijd niet meer genoeg voedsel produceren voor iedereen. Veel stadstaten stuurden daarom mensen eropuit om op andere plekken nieuwe dorpen en steden te stichten. Dat heet kolonisatie.
-
Athene was in de zesde eeuw voor Christus een aristocratie maar het volk was ontevreden. Het volk kwam in opstand (geholpen door Peisistratos en Kleisthenes). Er werd een heel ander systeem bedacht om Athene te besturen. Alle burgers mochten voortaan meepraten en stemmen. Dit heet democratie.
-
De stadstaten van Griekenland vochten veel oorlogen tegen elkaar. Maar soms vochten ze samen tegen de Perzen. Die hadden een heel groot rijk ten oosten van de Middellandse Zee (wat nu Turkije, Iran is, en nog meer). De Perzische koning wou de macht over de Grieken. Er waren twee oorlogen, eentje in 490 en eentje in 480, de Grieken hebben allebei gewonnen. Daarna kwam de Perzen niet meer terug.
-
De stadstaten van Griekenland vochten veel oorlogen tegen elkaar. Maar soms vochten ze samen tegen de Perzen. Die hadden een heel groot rijk ten oosten van de Middellandse Zee (wat nu Turkije, Iran is, en nog meer). De Perzische koning wou de macht over de Grieken. Er waren twee oorlogen, eentje in 490 en eentje in 480, de Grieken hebben allebei gewonnen. Daarna kwam de Perzen niet meer terug.
-
De Peloponnesische Oorlog was een oorlog tussen de stadstaten Athene en Sparta, de twee machtigste stadstaten van die tijd. Die hadden allebei veel bondgenoten, dus iedereen deed mee aan de oorlog. Uiteindelijk had Sparta gewonnen.
-
Er was een nieuwe vijand voor de Grieken, koning Philippus. Die kwam uit Macedonie, dat ligt ten noorden van Griekenland. Hij versloeg de Griekse legers en hij werd de baas. In 336 voor Christus werd hij vermoord. Zijn zoon Alexander volgde hem op.
-
Alexander begon met een heel groot leger een oorlog tegen de Perzen. Bij Issos (in Turkije) versloeg hij het leger van de Perzische koning Darius. Negen jaar later had Alexander een enorm rijk veroverd dat liep tot aan India. Op 33-jarige leeftijd stierf Alexander aan een ziekte in Babylon (dat is in Irak)
-
-
Mohammed was een Arabische handelaar. In 610 hoorde hij de stem van de engel Gabriël en hij werd profeet van God/Allah. Hij had eerst niet veel succes, in Mekka geloofden ze hem niet. In het jaar 622 ging hij naar de stad Medina, daar ging het beter. Daarom is dat het begin van de islamitische jaartelling.
-
Willibrord was een Engelse monnik. Hij kwam naar Nederland om te proberen om de Friezen ook christelijk te maken. Dat ging heel moeilijk, de Friezen wilden dat eigenlijk niet. Pas veel later is het wel gelukt (met hulp van Karel de Grote)
-
Spanje en Portugal waren islamitisch.
-
Dit was een belangrijke veldslag. In die tijd was Spanje islamitisch. En die Spanjaarden wilden graag het Frankische Rijk ook islamitisch maken. Maar bij de stad Poitiers (in West-Frankrijk) zijn ze verslagen en teruggedreven.
-
Hij was een heel oude missionaris die bij Dokkum werd vermoord door een roversbende. Hij verdedigde zich niet, hij vertrouwde op God.
-
Karel de Grote erfde een groot rijk van zijn opa. Hij was Frankisch. Hij ging door met veroveren en het rijk werd nog groter. Toen hij in Rome was werd hij door de paus gekroond tot keizer.
-
Vikingen plunderen Euopese kusten. En stichten soms ook kolonies.
-
Vikingen zijn zeelieden uit Scandinavië. Ze deden rooftochten en ze dreven ook handel en ze zochten landbouwgrond. In Normandië werd de Deense viking Rollo zelfs leenman van de Frankische koning.
-
Dit is de oudste abdij van Holland, gestichtdoor graaf Dirk I van Holland als nonnenklooster. Het bestaat nog steeds.