-
-
In 1776 tekende de dertien Engelse koloniën in Noord-Amerika de Declaration of Independence. Hiermee verklaarde ze zich onafhankelijk. Het land werd een federaal georganiseerde staat.
-
-
Jan Salie was een prototype van een Nederlander zonder fut en energie. Nederlanders zijn ontevreden en hoopten dat er na 20 jaar van ellende weer rust zou komen.
-
Willem I benoemde een commissie die een nieuwe grondwet zou ontwerpen. Met deze grondwet was Nederland een rechtsstaat: een land waarin iederen, burgers en overheid zich aan de wet moest houden. De koning had veel macht.
-
-
periode waarin het huidige Nederland België en Luxemburg één staat vormden onder leiding van koning Willem I.
-
Het ging slecht in Nederland na 20 jaar onrust, oorlog en armoede hoopten de Nederlanders weer rust te vinden met Willem I als Koning der Nederlanden.
-
Nederland stichtte veel handelstposten in Indonesië. Nederlands-Indië moest een wingewest worden. In1830 werd het cultuurstelsel ingevoerd. De boeren moesten op een deel van hun grond exportproducten voor de Nederlanders verbouwen en een groot bedrag aan belasting betalen.
-
De belgen hadden moeite met Koninkrijk der Nederlanden. Ze vonden het verschil tussen Nederland en België te groot. (godsdienst, taal etc). in 1830 kwamen ze in opstand.
-
-
De macht van de koning nam af, en de invloed van het parlement en de regering groeiden. Er kwamen sociale wetten.
-
-
in 1859 publiceerde de onderzoeker Darwin zijn 'Oorsprong der soorten'. Hier in beschreef hij hoe dieren zich ontwikkelden. Mensen stamden af van de aap beweerde Darwin. Alleen de sterkste dieren konden zich tot mensen ontwikkelen.
-
Italiaan Mazzini richtte in 1831 een vereniging op. Deze vereniging probeerde de Italianen tot een revolutie aan te zetten maar zijn opzet mislukte. Later waren het Koning Victor Emanuel II en Cavour die ervoor zorgde dat Italië een eenheidstaat werd. Cavour voerde oorlog om grondgebied te veroveren.
-
De noordelijke staten hadden andere belangen dan de zuidelijke staten. De tegenstellingen verscherpten in de loop van de 19e eeuw en leidden in 1861 tot de Amerikaanse Burgeroorlog.
-
Bismarck zorgde voor de Duitse eenwording. Pruisen voerde oorlog tegen omliggende landen en won. Ze dwongen deze landen aan te sluiten bij Duitsland. De duitse eenwording is niet tot stand gekomen door overleg, maar door oorlog.
-
Net als in Azië zochten de Europese landen naar grondstoffen, afzetgebieden, meer aanzien en meer macht. Ze probeerden vedragen te sluiten maar namen meestal de gebieden in met een leger. Vooral Frankrijk en Groot-Brittannië stonden elkaar in de weg. Rond 1900 was Afrika verdeeld onder Europese machten.
-
-
Sommige volken vonden zichzelf meer ontwikkeld dan andere. Daarom waren nationalisten vaak erg patriottitisch. Het ontstaan van nieuwe landen waarin een volk leeft noemen we natievorming