-
Lodewijk XVI roept de Staten-Generaal bijeen
Op 5 mei, 1789 roept Lodewijk XVI de Staten-Generaal voor het eerst in meer dan honderd jaar bijeen. Hij doet dit omdat hij zijn schulden niet meer kan betalen en om hulp wilt vragen. Er ontstaan echter al snel een ruzie, waarna de derde stand een eigen vergadering begint. -
De derde stand voert een eigen vergadering
Nadat Lodewijk XVI de standen bijeen had geroepen voor een vergadering en dit tot een ruzie uitliep, kwam de derde stand apart samen. Ze besloten dat zij ook inbreng in het bestuur van Frankrijk wilden hebben, ze het niet langer pikten en dat ze een grondwet wilden. -
De bestorming van de Bastille
Op 7 Juli, 1789 was de maat van het Franse volk vol. De burgers besloten een protest te starten waarbij ze niet bang waren om geweld te gebruiken. De opstandelingen bewapenden zich en trokken naar de Bastille. Dit was een gevangenis die symbool stond voor tirannie. Het volk nam de Bastille in en bevrijdde de gevangenen. Het eind van de Bastille wordt door velen gezien als het begin van de Franse Revolutie. -
De verklaring van de rechten van de mens en de burger
Uiteindelijk kwam er de verklaring van de rechten van de mens en de burger. Dit was een samenstelling van 17 artikelen die de basis rechten van de mens en de burger beschreven. Hoewel iedereen nu gelijk was, bleef de derde stand ontevreden doordat ze nogsteeds onderdrukt werden door de mensen met meer macht. -
De nieuwe grondwet van de geestelijkheid
In het jaar 1790 werd er een nieuwe wed ingevoerd, die ervoor zorgde dat de kerk en de geestelijkheid het grootste gedeelte van hun macht verloor. Zo werden het land en de bezittingen van de kerk aan de staat teruggegeven en eindigde het voorrecht van de geestelijken waardoor ze geen belasting hoefden te betalen. Ook werd van nu af aan iedere geestelijke door het volk verkozen en moest die persoon een eed afleggen waarin trouw aan de staat werd gezworen. -
Lodewijk XVI probeert te vluchten
Lodewijk probeert van het kwade volk te vluchten omdat hij merkt dat hij (en de rest van de koninklijke familie) in levensgevaar verkeert. In een koets reist hij samen met zijn gezin naar de grens, waar hij uit Frankrijk vervoerd zou worden. Hij wordt echter vlak voor de grens opgepakt en mee terug naar Parijs genomen. -
De Bestorming van de Tuilerieën
Het paleis waarin de koning verbleef werd bestormd. De honderden Zwitserse soldaten waarmee de koning zich in het paleis schuild hield, raakten in gevecht met de Fransen. Hoewel de koning probeerde te ontsnappen, werd hij opgepakt en gevangen gezet in de Temple. -
Lodewijk XVI wordt geëxecuteerd
De terechtstelling van Lodewijk XVI wordt voltrokken. De voormalige koning van Frankrijk wordt onthoofd. Zijn dood wordt door velen beschouwd als een symbool voor het absolute einde van de monarchie. -
Robespierre wordt geëxecuteerd
Robespierre, een man die na Lodewijk XVI's executie veel macht begon te krijgen werd het slachtoffer van de Guillotine. Robespierre had in de voorgaande jaren ervoor gezorgd dat iedereen die ook maar een beetje verdacht leek werd geëxecuteerd. -
Het einde van de Franse Revolutie
1799 wordt beschouwd als het einde van de Franse revolutie doordat Napoleon de macht greep. Napoleon was een man die tijdens de revolutie zijn populariteit had opgebouwd tijdens de vele oorlogen die hij aanstuurde. Toen hij zijn macht zo hoog had opgebouwd, zag hij zijn kans om de macht in Frankrijk te regeren. Daarom is dit het einde van de revolutie.
