-
- Al van in het oude China (Han dynastie, sterke ontwikkeling tijdens Tang dynastie en bleef tot 1905). Men moest een examen afleggen om te mogen werken als ambtenaar voor de staat. Het ging over de Six Arts en later ook technische kennis.
- Dit is het vroegste voorbeeld van een gestandaardiseerde test.
- Het werd overgebracht naar West-Europa en in de 17de eeuw gebruikt in de British East India Company en in Pruisen etc. om personeel te selecteren.
- FR en UK zeker rond 1855 dankzij Napoleon.
-
-
door Jezuieten
-
Uitgevonden in Nederland en verbeterd door Galileo Galilei. Dankzij deze uitvinding kwam Galileo tot de conclusie dat er altijd observationele fouten zijn bij het uitvoeren van experimenteel onderzoek.
* Systematische fouten = afhankelijk van het meetinstrument
* Random fouten => bij meerdere metingen is het gemiddeld genomen aantal random fouten bijna 0. Want er is een symmetrie tussen aantal negatieve en positieve foutwaarden.
=> Dit zijn vooral de kleine fouten. -
Door Thomas Simpson. Hij ging uit van een "driehoekige" verdeling voor het patroon van meetfouten. (VERBETERD DOOR Bernoulli EN TEN SLOTTE GAUSS)
-
Door Daniel Bernoulli. Zijn voorstel was een "half cirkelvormige" verdeling voor het patroon dat meetfouten vertoonden. (LATER VERBETERD DOOR GAUSS)
-
Waar? Gent
Wat?
- Uitvinder van BMI
- Oprichter van KMI
- Paste nieuwe statistische methodes toe (via de normaalverdeling) op sociale data die hij zelf verzamelde Bv. aantal misdaden, huwelijken etc.
- Beschreef het concept van de gemiddelde mens.
- Uitvinder van de Sociale Fysica. (=> later de "sociologie" dankzij Auguste Comte en zijn aanpassingen) -
Door Jean-étienne Esquirol.
In Frankrijk.
* Hij deed onderzoek naar mentale achterstand en beschreef de verschillende gradaties.
*=> Later in 1840, gaat Edouard Seguin proberen mensen met mentale achterstand te trainen + Richtte scholen op met aangepast onderwijs -
Gepubliceerd door Carl Friedrich Gauss.
-
Door Carl Friedrich Gauss. Hij stelde de normaalverdeling voor. (hoewel dit ook al voorkwam in vorige werken van Moivre en Laplace).
* Werd toegepast in de astronomische data dankzij Bessel. En later ook in de sociale data dankzij Quetelet. -
Door Friedrich Bessel ontwikkeld. Hij was een astronoom en realiseerde zich als eerste dat er consistente verschillen waren tussen observators. Deze verschillen waren nochthans onvrijwillig.
Hij ontwikkelde een correctie hiervoor met behulp van Gauss' zijn normaalverdeling. -
gepubliceerd door Adolphe Quetelet
-
Op deze dag zou Gustav Fechner (die vaak beschouwd wordt als grondlegger van de psychologie als wetenschap) tot inzicht gekomen zijn dat hij de menselijke geest kan bestuderen door de reacties op fysieke stimuli te kwantificeren.
-
Door Charles Darwin.
Een boek over zijn evolutietheorie.
* Nadruk op de individuele verschillen tussen soort. (waardoor sommigen meer adaptief zijn en langer overleven).
* Nadruk op continue variatie van planten en dieren (en dus ook mensen) => Inspireerde Francis Galton -
Gepubliceerd door Gustav Fechner.
Hierin vindt men de WET VAN FECHNER: S = k logR
waarbij R = een maat van fysieke stimulus (bv. geluidssterkte)
waarbij S = een maat van perceptie van deze stimulus (Bv. hoe luid klonk het signaal?)
waarbij k = een constante die experimenteel moest bepaald worden obv de data -
Door Wilhelm Wundt.
Toen focuste hij zich nog op het meten van individuele verschillen. Hierna ging hij vooral op zoek naar algemene kenmerken van de menselijke perceptie en cognitie. -
Gepubliceerd door Francis Galton.
* Over de menselijke eugenetica (=rasverbetering)
* Hierin probeerde hij op wetenschappelijke wijze aantonen dat vaardigheden aangeboren en erfelijk waren. => Extreme uitspraken zoals vinden dat enkel intelligente mensen zich mochten voortplanten. -
Door William James. Aan Harvard University.
(Maar Wilhelm Wundt's labo 3 jaar later wordt vaak als het eerste labo gezien in plaats van James zijn labo). -
Door Gustav Fechner. De mediaan wordt gezien als een maat van centrale tendentie.
-
Door Wilhelm Wundt. (wordt vaak als de vader van de experimentele psychologie beschouwd).
In Leipzig.
Meeste van zijn onderzoek draaide rond sensatie en perceptie met kleine aantallen. -
Door Wilhelm Wundt gestart.
-
Een staatsinstelling die personeelsleden selecteerden (voor de federale administraties) op basis van een "Civil Service Exam"
-
Door Francis Galton.
In London.
Hier verzamelde hij gegevens van ca. 17000 mensen. Vooral fysieke metingen zoals lengte, gewicht etc. Maar ook gedragsmaten zoals de sterkte van een handdruk. Hij dacht dat hij alles kon meten, zelfs schoonheid, persoonlijheid etc. Bv. Hij probeerde intelligentie te meten aan de hand van reactietijd experimenten. -
Door James McKeen Cattell. (eerste professor in de psychologie in VSA).
* Zintuiglijke en motorische metingen bij studenten. (bekende studenten zijn: Thorndike, Woodworth, Strong en Wissler)
* Probeerde op een gestandardiseerde wijze metingen uit te voeren. Maar enkel van de lagere processen, aangezien volgens hem de hogere processen toch door de lagere veroorzaakt werden.
* Interesse in individuele verschillen (zoals Galton) -
Gepubliceerd door Karl Pearson.
(Het zou een grote invloed gehad hebben op Einstein). -
Opgericht vakblad door James McKeen Cattell.
* Heeft de rest van de academische wereld kunnen overtuigen dat psychologie echt wel een ernstige wetenschap is -
Tegen het einde van de 19de eeuw overal verplicht.
-
Door Clark Wissler.
* Cattell's mental tests correleerden niet met schoolresultaten van 300 studenten op Columbia University.
=> Meer dan 70 jaar werden reactietijden etc. niet meer gebruikt voor het meten van intelligentie.
* ! Weinig rekening gehouden met de lage betrouwbaarheid van de maten en "range restriction" (= de groep studenten was te homogeen, er was weinig variatie) -
Een vakblad opgericht door Karl Pearson, Weldon en Francis Galton.
-
Bedacht door Charles Spearman.
= de reden waarom verschillende testscores met elkaar correleren is omdat ze allen het gevolg zijn van een gemeenschappelijke oorzaak. Dit is de factor.
=> Voor elke score bepaalde hij de "common factor" (=wat de scores gemeenschappelijk hadden) en de "specific factor" (=wat uniek was voor elke score apart)- Bekendste voorbeeld: de factor "g" voor intelligentie.
-
Uitgevonden door Charles Spearman (Had een PhD in experimentele psychologie).
-
Gepubliceerd door Charles Spearman in de American Journal of Psychology.
=> Eerste versie van de factor analyse werd hierin beschreven. -
Door Binet-Simon.
* Een reeks van dertig vragen om de geestelijke ontwikkeling te kunnen meten.
* Dit werd ontwikkeld op aanvraag van het Franse ministerie van Onderwijs die een methode zochten om kinderen met achterstand te detecteren en hun zo extra begeleiding konden geven.
*VOORDELEN: De test is gestandaardiseerd, slechts ca. een uur lang, geen speciale apparatuur nodig
*NADELEN: heel veel aandacht voor verbale taken (Bv. "Wat rijmt er op school?")
*! Er was geen eindscore.
=> update in 1908 -
Door Charles Spearman.
* Attenuatie effect = Spearman ontdekte dat de correlatie altijd lager zou liggen door de toevallige meetfout(en) van een test. Bv. Dit is waarom Cattell's testen en scores zo'n lage correlatie hadden.
=> Hij bedacht hiervoor ook een oplossing.
* Hij schreef dit probleem toe aan de betrouwbaarheid van een test. Men kon de betrouwbaarheid van een test schatten door meerdere metingen te doen van de zelfde test bij hetzelfde individu onder de zelfde omstandigheden. -
Door Alfred Binet en Theodore Simon.
* Wat is er vernieuwd?
- Meer vragen van makkelijk naar moeilijk
- "Mental level" = voor elk item werd er een niveau vastegesteld op basis van 80-90% van alle kinderen die dit konden oplossen, afhankelijk van de leeftijd.
Bv. 80-90% 6-jarigen konden dit item correct oplossen maar 5-jarigen niet => Niveau van 6 jaar.
- Wel een uitkomst deze keer: de "mentale leeftijd"
=> Laatstse update in 1911 -
Door Karl Pearson. (Vader van de mathematische statistiek)
Aan de university college in Londen.
* Zijn contributies aan de statistiek: formele definitie van de correlatie coëfficiënt, schattingsmethode ‘method of moments’, p-waarde, hypothese toetsen, beslissingstheorie,chi-kwadraat toets, principale componenten analyse, histogram... -
Door Alfred Binet en Theodore Simon.
*Wat is er nieuw?
- Nu ook voor volwassenen. => Updates door anderen:
- 1910: Henry Goddard vertaalde het naar het Engels (en misbruikte het om de immigratiestroom te stoppen in Amerika door aan te tonen dat immigranten "achterstand" hadden)
- 1912: Wilhelm Stern deelde de mentale leeftijd door de werkelijke leeftijd.
-1906 Lewis Terman ontwikkeld de Stanford-Binet IQ test°. Vermenigvuldigde Stern's quotiënt met 100.
NADELEN: echte leeftijd bleef stijgen! -
-
gepubliceerd door Lewis Terman
-
Robert Yerkes (APA) startte een initiatief om nieuwe rekruten van het leger psychologische testen te laten afnemen.
*De eerste grootschalige testen.
*Een statistische werkgroep werd opgericht met o.a. Thorndike, Terman, Otis en Thurtstone.
*Army Alpha = test voor het meten van verbale, numerieke vaardigheden en om orders te volgen en basiskennis.
*Army Beta = een niet-verbale test voor de ongeletterden en immigranten die geen Engels spraken.
=> Otis en Terman ontwikkelde elk eigen variant na WOI -
Door Robert Woodworth
-
Door Hermann Rorschach.
Een projectie-test. -
Gepubliceerd door Brown and Thomson
-
De eerste uitgever van psychologische testen
-
Ontwikkeld door Terman et al.
Hij wou hiermee objectief meten wat studenten hadden geleerd op school. -
Ontwikkeld door L.L. Thurstone.
Dit was een examen die taalscores ("L") opleverde en wiskundige scores ("Q").
+ Werd jaarlijks geupdatete. -
Gepubliceerd door Charles Spearman.
Spearman ging er van uit dat er een gemeenschappelijke, onderliggende factor was voor intelligentie. nl. "g". en een taak-specifieke factor nl. "s".
* "g" hangt af van mentale energie van een individu. Het is aangeboren.
* "s" kan worden aangeleerd.
* Later gaf hij toe dat er wellicht ook "group factors" waren die tussen "g" en "s" lagen qua algemene geldigheid.
=> Verder uitegewerkt door Cyril Burt. Group factors zijn bv. verbale en spatiale intelligentie -
gepubliceerd door Thurstone
-
Door Rensis Likert
-
Opgericht aan de universiteit van Chicago
-
Het vakblad van de psychometrie
-
Door Joy Paul Guilford
-
Door Kuder en Richardson.
Dit zijn maten van interne consistentie voor binaire items. -
Door David Wechsler.
Het is een intelligentie test gebaseerd op zijn definitie van het IQ. Voor volwassenen.
Nl. de individuele score delen door de gemiddelde score van kinderen van de zelfde leeftijd. Dan vermenigvuldigen met 100.
=> Het gemiddelde is 100 en de standaardafwijking is 15.
=> Gebruikte de normaalverdeling (= aanleiding voor de Bell-Curve controversie) -
-
Dit verschil werd gemaakt door Stanley Smith Stevens (in een publicatie in Science)
-
Gepubliceerd door Thurstone.
* Over factor analyse met meerdere factoren.
* Hij ging er van uit dat intelligentie bestond uit een aantal onafhankelijke factoren en ging dus op zoek naar factoren die niet overlapten. Deze structuur noemde hij "the simple structure".
* Op basis van de wet van paarsgewijze vergelijking
* Grote invloed op
- nieuwe testen die uit meerdere dimensies bestonden
- de afzonderlijke factoren van intelligentie testen correleren
* Computer had postieve en negatieve invloed -
De organisatie ETS ontwikkelde testen zoals de SAT (=Scholastic Aptitude Test).
* Hierbij kreeg men twee scores. Zowel een verbale aptitude (die hoog correleerden met vakken zoals Engels en geschiedenis) en een mathematische apitutde (die hoog correleerden met vakken zoals wiskunde en toegepaste wetenschappen). -
Door David Wechsler. (maakte ook WAIS in 1939)
Voor kinderen.
Het is een intelligentie test gebaseerd op zijn definitie van het IQ.
Nl. de individuele score delen door de gemiddelde score van kinderen van de zelfde leeftijd. Dan vermenigvuldigen met 100.
=> Het gemiddelde is 100 en de standaardafwijking is 15.
=> Gebruikte de normaalverdeling (= aanleiding voor de Bell-Curve controversie) -
Door Paul Lazarsfeld. Hij benadrukte dat de factor-analyse en IRT allemaal steunen op het concept "latente variabele."
-
Door Cronbach bekend gemaakt.
Dit is een maat voor de interne consistentie. (Net zoals de KR-20 en KR-21 die Kuder en Richardson in 1937 beschreven). -
door Warren S. Torgerson
-
Door Cronbach en Meehl
-
Gepubliceerd door Warren S. Torgerson
-
Door Georg Rasch
-
Door Karl Jöreskog.
Deze methode dient voor het schatten van parameters in factor-analyse modellen. -
Gepubliceerd door Lord en Novick.
Dit is het standaardwerk voor testtheorie. -
Door Karl Jöreskog
-
Door Bock en Liebermann.
Deze methode dient voor het schatten van parameters in de IRT modellen. -
Door Cronbach (die eerder ook Cronbach's alfa populair maakte in 1951 ) en co-auteurs.