-
-
Grotschilderingen van 17.000 jaar geleden gemaakt door Cro-magnonmensen (jager-verzamelaars). In deze periode (prehistorie) konden mensen nog niet schrijven. Ze maakten wel tekeningen, zodat wij een beeld kunnen krijgen, welke diersoorten er waren en hoe ze leefden.
-
Rond 11500 v. C. steeg de temperatuur en smolt het ijs. Er kwam gras en lage struiken. Vanaf 6000 v. C. ontstond er in Noord- en West-Nederland een waterrijk gebied met moerassen. Er ontstond in Oost- en Zuid-Nederland dichte bossen.
-
In 9000 v.C ontwikkelde de landbouw zich in het Midden-Oosten. Ze (jager-verzamelaars) ontdekte dat ze zelf graan konden laten groeien door geplukte graankorrels in de grond te stoppen. Hierdoor ontstond akkerbouw. De eerste planten die de mens liet groeien waren: tarwe, gerst en vijgen. Er ontstond ook veeteelt: dat is het fokken van dieren of het temmen ervan. Akkerbouw en veeteelt noemen we samen landbouw.
-
-
Door verwoestijning trokken mensen naar de rivier de Nijl, omdat daar door de modder die door overstroming van de Nijl achterbleef, bijzonder vruchtbaar bleek. Hierdoor ontstond rondom de omgeving van de Nijl landbouw en de eerste landbouwnederzettingen
-
De landbouwsamenleving in Egypte ontstond rond 5500 v.C. De Egyptenaren begonnen eerst met graan te planten, later kwamen druiven en olijven. Vervolgens kwamen fruit, planten of bomen.
-
Door een slim systeem van dijkjes en kanalen konden de Egyptenaren het water naar hun akkers leiden. Met een schepemmer, een sjadoef, schepten ze het water op hun akkers. Deze manier van landbouw zorgde voor grote oogsten en overschotten.
-
Door irrigatielandbouw ontstonden er landbouwoverschotten. Als gevolg hiervan ontstonden er ambachten en ruilhandel. Dorpen groeiden uit tot steden. Wanneer veel mensen van landbouw maar ook van ambachten en handel spreken we van een landbouwstedelijke samenleving.
-
Door gebruik van het irrigatiesysteem en het ontstaan van landbouwoverschotten, ontstonden specialisaties en ambachten.
Voorbeelden: timmerman, ambtenaren, bouwmeesters, kunstenaars. -
Landbouwoverschotten, die ontstonden door het irrigatiesysteem, konden door de boeren worden verkocht op de markt. Er was geen geld, de overschotten werden geruild voor andere producten
-
Narmer is de eerste heerser van het verenigde Egypte en hij is de eerste farao van de 31 faraonische dynastieën. De oude geschiedenis van Egypte wordt verdeeld in: het Oude Rijk, het Middenrijk, het Nieuwe Rijk, en de Late Periode: de periode van de faraonische dynastieën.
-
Door het ontstaan van het hiërogliefen schrift beëindigt de prehistorie in dit gebied. Het werd tot aan het einde van de Oud-Egyptische beschaving gebruikt en werd door de Egyptenaren zelf 'goddelijke woorden' genoemd. Het zijn pictogrammen die klanken uitdrukken.
-
-
Djoser was de eerste farao die een Eerste Minister ofwel vizier benoemde om hem te helpen bij het steeds ingewikkelder wordende bestuurssysteem van Egypte. Hij is ook de eerste farao die een volledig stenen trappiramide (mastaba) heeft laten bouwen. Tot 1600 v. C. bouwden elke farao piramide als graf.
-
Nubië is tegenwoordig een gebied in het zuiden van Egypte en het noorden van Soedan. Het belangrijkste doel van deze expedities was het verwerven van luxe goederen zoals: goud, ivoor en wierook.
-
-
Tussen 1730 en 1580 v.C overheersten Aziatische nomaden Egypte te paard. De Egyptische naam voor deze mensen was: Hekaw-khasut wat heersers uit vreemde landen betekent. Later werden deze Aziatische nomaden Hyksos genoemd. Hiermee kwam een einde aan het Middenrijk.
-
-
Dit was het begin van een Nieuwe Rijk met supermachtige farao's. Dit is de periode van Ramses ||, Amenhotep |V en Toetanchamon. In deze periode werden er enorm veel tempels gebouwd en uitvindingen gedaan. Er werden ook veel oorlogen gevoerd, waarbij er veel gebieden werden ingenomen zodat de handel verder werd uitgebreid.
-
Hatsjepsoet is één van de zeldzame vrouwelijke farao's. Haar naam betekent: Eerste onder de vrouwen. Ze heeft naar schatting 22 jaar geregeerd. Dit is langer dan iedere andere vrouwelijke monarch.
-
Achnaton was een belangrijke farao van de 18e dynastie van het oude Egypte. Hij is bekend geworden vanwege de Armarna-kunst en de introductie van het monotheïsme. Egyptenaren geloofden in het veelgodendom.
-
Hij is een farao van de 18e dynastie en wordt kind-farao genoemd. Hij was 9 jaar toen hij farao werd en 19 jaar toen hij stierf. Zijn graf is het enigste koningsgraf van het Nieuwe Rijk van het Oude Egypte dat niet geplunderd werd door grafrovers. Zijn graf bevatte 3500 kunstvoorwerpen en deze kunstvoorwerpen gaven ons veel informatie over het leven van die tijd.
-
Ramses || wordt beschouwd als de grootste farao aller tijden. Hij was een groot veldheer (hij voerde vele oorlogen) en tempelbouwer (Aboe Simbel). Hij bouwde ook een nieuwe hoofdstad om te kunnen reageren op een Hettitische aanval.
-
In 525 v. C. veroverden de Perzen Egypte en ook deels Nubië. Hierdoor werd Egypte onderdeel van een groot rijk.