-
-
-
Hij kreeg een kerkelijke opleiding en les in het latijn. In 1492 werd hij tot priester gewijd en had hij daarom veel tijd om te studeren.
-
Maarten Luther was oorspronkelijk een rooms-katholieke Augustijner monnik en theoloog aan de universiteit van Wittenberg. Hij was het niet eens met de misstanden binnen de Katholieke Kerk.
-
De pausen in dit tijdperk voelden zich naast kerkleider ook vorst van de pauselijke staat. Zij waren vaka berucht om hun decadente levensstijl, ze lieten dure kerken bouwen zoals de Sintpietersbassiliek in Rome.
-
Johannes Calvijn was een Frans-Zwitserse theoloog die net als Luther niets zag in goede werken als mogelijkheid om vergeving te krijgen. Genade kwam van God zelf en niet van de Kerk, was zijn overtuiging.
Hij geloofde in de uitverkiezing of predestinatie -
Hij vertelde daarin precies wat hij van de Katholieke Kerk vond.
-
De Katholieke Kerk nam maatregelen om de ergste misstanden tegen te gaan en de kerkelijke organisatie beter te structureren. Het Concilie van Trente (1545-1563) speelde daarbij een belangrijke rol.
-
De kerk was nog oppermachtig en duldde geen inspraak. Andersdenken werden door de kerkelijke rechtbank op brute manier vervolgd. De behoefte aan ene nieuwe kerk was zo groot dat er een hervormings beweging opkwam. Luther en Calvijn waren de belangrijkste leiders van deze beweging