-
-
De val van het West-Romeinse Rijk doordat de keizer werdt afgezet. De Germanen vielen ook al langdurig binnen. Het Oostromeinse/Byzantische Rijk bleef wel bestaan en de hoofdstad werd van Rome naar Constantinopel verplaatst.
-
Er was een feodaal stelsel. Iedereen leefde in gesloten woongemeenschappen, waardoor er weinig contact was tussen verschillende steden. Daardoor was er ook weinig handel. Het katholieke geloof wordt door alle volken geaccepteerd.
-
Kenmerken:
- Gewelven
- Zware muren
- Kleine vensters
- Rondbogen -
Er kwam ruilverkeer, ipv een plattelandseconomie. Stedelijke burgerij kreeg meer zeggenschap naast de adel en de geestelijkheid, doordat de steden snel groeiden. Kloosters kregen giften van de burgerij in ruil voor het geven van onderwijs en zorg voor de zieken. Gotiek ontstaat in Parijs en verspreidt zich door heel Europa.
-
De invloedt van de steden groeit. Er ontstond belangstelling voor wetenschappelijke niet-kerkelijke bronnen.
-
Kenmerken:
- Gebrandschilderde ramen
- Zo hoog mogelijke kathedralen
- Spitsbogen
- Veel ornamenten -
Er onstaat een dynamische stedelijke cultuur gebaseerd op ruilhandel. Het geloof, de bouw van kerken wordt gebruikt om de prestige van steden te verhogen. Doordat de burgerij behoefte heeft aan een minder abstracte verkondiging van het geloof, ontstaan er meer levendige vieringen en toneelmatige scenes.
-
De Renaissance (=wedergeboorte) wordt in Italie ingeluid. Daardoor worden de verschillen tussen Italie en het Noorden (nog steeds Gotisch) groter. Ook ontstaat het humanisme, de belangstelling voor de Klassieke Oudheid. De cultuur en politiek wordt hierdoor zeer beinvloed. In de muziek komt polyfonie op (meerdere melodien door elkaar).
-
Het zwaartepunt van de renaissance verschuift van Florence naar Rome. Om de macht van de katholieke kerk uit te drukken zet paus Julius II het klassieke erfgoed in. Daardoor komt er een steeds sterker verzet tegen de Kerk. Uiteindelijk leidt het humanisme (de mens is in staat zelf grote doelen te bereiken, zonder hulp van God) tot de reformatie: de afscheiding van de protestantse kerk, die het pure geloof weer wil herstellen.
-
Beeldenstorm
-
Kenmerken:
- Dramatisch
- Symmetrie
- Ingewikkelde patronen
- Veel emotie
- Contrasten (licht-donker) -
In Nederland kwam een manier om te investeren met meerdere mensen in handelsreizen om zo de eventuele kosten te delen. Zo kon je niet zoveel verliezen, en investeren in meerdere reizen, waardoor je meer kans had om geld te verdienen.
-
De West Indische Compagnie dreef handel en stichtte nederzettingen , maar nam ook deel aan de slavenhandel.
-
Lodewijk XIV 1638-1715
-
Lodewijk XIV leefde van 1638 tot 1715, en heersde vanaf 1643.
-
De stijlbreuk van de Renaissance en Barok wordt benoemd. Barok is een heftige, emotionele stijl met veel tegenstellingen (in licht en donker bijvoorbeeld) en diepe kleuren. Het probeert het publiek te imponeren en te verleiden. De reactie van de katholieke Kerk op de hervormingen is de contraformatie; met legers, pracht en praal en barok, probeert de katholieke kerk in de Rome de gelovigen terug te winnen. Tijdens deze periode ontstaat ook de opera.