-
vanaf het einde van de 1e eeuw NC is er een groeiende aanhang voor de christelijke geloofsopvatting.
-
In 313 komt er een einde aan de vervolging van de christen
-
De germanen namen de macht over, wat het einde van het Romeinse Rijk was.
-
-
kenmerken:
rondbogen
zware muren
kleine vensters
gewelven -
West-Europa heeft overal kleine verspreide woongemeenschappen waarover wordt geregeerd door feodale heren. Er is weinig contact dus ook geen handel, de woongemeenschappen produceren hun voedsel en producten alleen voor eigen gebruik. Het Christendom verspreid zich en wordt aanvaard als de ware gedsdienst in het vroegere west-Romeinse Rijk.
-
Drama van de kerk
-
kenmerken
spitsbogen
veel ornamenten
gebrandschilderde ramen
gebouwen (o.a. kathedralen) zo hoog mogelijk -
toneelstukken gericht op de verbeelding van bijbelse figuren en gebeurtenissen
-
De Gesloten plattelandsecomie maakt plaats voor ruilverkeer, de steden groeien snel. De kerk of Kathedraal staat nu in het midden van de stad en de kerk richt zich nu meer op de burgerij. Er kwam meer aandacht voor een geloofsovertuiging die ook de burgerij aansprak. Dan ontstaat in Parijs de Gotiek, door het onderlinge contact verspreidt de gotiek zich erg snel over heel Europa
-
toneelstuk opgevoerd op een wagen
-
in 1400 ontstond in Italie de Renaissance
-
De invloed van de steden groeit, de positie van de kerk staat hierdoor meer onder druk. Het verschil in cultuur tussen Italie en landen boven de Alpen worden steeds groter. In Italie ontstaat een nieuwe stijl, hun eigen stijl. De Renaissance, wat wedergeboorte betekent. Deze stijl inspireert zich op de klassieke oudheid en neemt daar voorbeeld aan. de Renaissance staat later centraal voor de kunst in Europa.
-
Het zwaartepunt van de renaissance verschuift van Florence naar Rome rond 1500
-
kenmerken:
veel diagonalen
symertrie
licht-donker contrast
ingewikkelde patronen -
lodewijk de veertiende leefde van 1638 tot 1715