-
De pest vaagde in de 14e een groot deel van Europa weg. De economie kwam in sommige gebieden stil te liggen. Maar rond de Middellandse zee werd wel veel handel gedreven.
-
Columbus was een ontdekkingsreiziger. Hij was ervan overtuigd dat er een snellere route naar Indië was via het Westen. Toen hij op zijn eerste reis na drie maanden op land kwam, dacht hij dat hij in Indië was, maar dat was hij niet. Columbus heeft zelf nooit geweten dat hij een nieuw werelddeel had ontdekt.
-
Leonardo da Vinci was een beroemde kunstenaar. Hij had veel talent. Veel van zijn werk is onvoltooid gebleven omdat hij altijd te veel tegelijk wilde doen. Soms sneed hij in menselijke lichamen omdat hij dan nog beter een mens kon schilderen. Een van zijn bekendste schilderijen is de Mona Lisa.
-
Erasmus is geboren in Rotterdam. Hij kreeg een kerkelijke opleiding en les in het Latijns. In 1492 werd hij tot priester benoemd. Hij had hierdoor veel tijd voor zijn studie. Hij heeft een heel bekend boek geschreven: Lof der Zotheid. Hierin dreef hij de spot (maakte flauwe grappen) met mensen die zichzelf heel belangrijk vinden. Zijn boek is een belangrijke inspiratie geweest voor de Reformatie. Het werd makkelijker om kritiek te hebben op de kerk.
-
Vasco da Gama was een ontdekkingsreiziger die als eerste over zee naar India voer. Tijdens zijn tweede reis ging het er niet goed aan toe en werden verschillende steden aan de Afrikaanse kust geplunderd. In 1524 reisde hij opnieuw naar India waar ondertussen een Portugese handelskolonie was gevestigd. Een paar maanden nadat hij aankwam stierf hij aan een onbekende ziekte.
-
Het gebied Bourgondië kwam weer in handen van Frankrijk
-
Maarten Luther was het niet eens met de misstanden binnen de katholieke kerk. Hij vond dat de kerk geen obstakel moesten zijn tussen de mens en god.
-
Johannes Calvijn vond net als Luther, dat genade van god zelf moest komen, en niet van de kerk. Hij geloofde in predestinatie (het lot van elk mens is al bepaald bij de geboorte). Hij was wel wat fanatieker dan Maarten Luther.
-
In 1517 produceerde Maarten Luther 95 stellingen. Hierin stond wat hij van de Katholieke kerk vond. Hij vond dat hervorming van de kerk erg nodig was. Alleen het lukte Maarten Luther niet om de kerk de hervormen. Maar er werden wel Lutherse kerken gevormd waarin dingen uit de Katholieke kerk ontbraken. bijv. vond hij dat alleen god vergevenis kon schenken, dus de kerk zich daar niet mee bezig moest houden. Door al deze kritiek deed de Katholieke kerk hem in de ban en verklaarde hem volgelvrij.
-
In 1537 legde Karel V de stad Gent een zware belasting op. Na een heftige staking en opstand kwam Karel persoonlijk naar de stad om de inwoners te straffen. Hij nam allerlei privileges en zelfstandigheid in. Vijftig Gentenaars, werden gedwongen zijn genade af te smeken.
-
Karel V maakte van 17 provinciën der Nederlanden één overerfbaar gebied. Dat liet hij vaststellen in de pragmatische sanctie
-
Barentsz probeerde een noordoostelijke doorvaart naar Indië te vinden. Maar Barentsz liep vast op het ijs bij Nova Zembla en overwinterde daar. Na vertrek in sloepen overleed Barentsz. Zijn manschappen keerden wel terug.
-
Filips II, de zoon van Karel V, zette de politiek voort. Maar er ontstond onvrede over de hoge belastingen en hoge vervolgingen van de aanhangers van de reformatie.
-
In 1566 was er veel armoede. De onrust die daaruit kwam, werd erger door de kettervervolging van protestanten. De landvoogdes hadden beloofd het te verzachten en veel protestanten keerden terug. Ook vond in 1566 de beeldenstorm plaats. Hierin werden heiligenbeelden en kerkinterieurs verwoest door woedende mensen.
-
De beeldenstorm en het begin van de oorlog.
Willem van Oranje werd leider van opstandige de edelen. -
De spaanse troepen werden met meer succes bevochten.
-
In 1579 onderwierpen de Zuidelijke Nederlanden zich opnieuw aan Filips II. Ze waren het niet eens met de vervolging van katholieken door de protestantse opstandelingen in het noorden. De Unie van Atrecht verenigde de Spaanse Nederlanden. De Noordelijke provincies en de Vlaamse steden Antwerpen en Gent waren samen de Unie van Utrecht. De strijd barstte opnieuw los tussen de opstandelingen en de Spanjaarden. Ook werd in deze fase Willem van Oranje vermoord.
-
Het jaar 1588 was heel belangrijk. De opstandelingen leken de oorlog te gaan verliezen. Twee gebeurtenissen voorkwamen dit:
1. Filips II kreeg oorlog met Frankrijk die veel aandacht opeiste.
2. Een groot oorlogsvloot van de Spanjaarden en de Armada ging ten onder tegen de Engelsen. Met deze vloot wilde Filips ook vechten tegen de Nederlandse opstandelingen. Hierdoor hadden de opstandige provincies tijd om orde op zaken te stellen. Hierdoor hebben ze uiteindelijk gewonnen. -
Vanaf 1598 volgden nog vele veldslagen tussen de legers van de Republiek en Spanje. Maar geen van de partijen kon de oorlog winnen. In 1609 tot 1621 werd een wapenstilstand afgesproken. In die periode werd geen oorlog gevoerd. In 1621, toen dit Twaalfjarig Bestand afliep ging de oorlog verder. Van 1621 tot 1648 kon geen van beide partijen de ander echt verslaan. In 1648 werd toen definitief vrede gesloten: de vrede van Münster.